Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. strotten:
  2. strot:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor strotten (Nederlands) in het Duits

strotten:

strotten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de strotten (keelgaten)
    die Gurgeln; die Kehlen
    • Gurgeln [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kehlen [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor strotten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gurgeln keelgaten; strotten
Kehlen keelgaten; strotten

Verwante woorden van "strotten":


strot:

strot [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de strot (keelgat; keel; hals)
    die Kehle; der Hals; der Rachen; der Schlund; die Gurgel
    • Kehle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Hals [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Rachen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlund [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gurgel [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor strot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gurgel hals; keel; keelgat; strot
Hals hals; keel; keelgat; strot hals; nek
Kehle hals; keel; keelgat; strot
Rachen hals; keel; keelgat; strot keelholte
Schlund hals; keel; keelgat; strot slokdarm

Verwante woorden van "strot":


Wiktionary: strot

strot
noun
  1. anatomie|nld strottenhoofd, keel