Nederlands

Uitgebreide vertaling voor strijdigheid (Nederlands) in het Duits

strijdigheid:

strijdigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de strijdigheid (het tegenstrijdig zijn)
    die Gegensätzlichkeit; die Unmöglichkeit

Vertaal Matrix voor strijdigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gegensätzlichkeit het tegenstrijdig zijn; strijdigheid contrast; onmogelijkheid; polariteit; tegenstelling
Unmöglichkeit het tegenstrijdig zijn; strijdigheid onbestaanbaarheid; onmogelijkheid

Verwante woorden van "strijdigheid":


strijdig:

strijdig bijvoeglijk naamwoord

  1. strijdig (tegenstrijdig; tegengesteld; onverenigbaar; hiertegen; tegen)
    gegensätzlich; widersprüchlich; entgegengesetzt; unvereinbar; unverträglich
  2. strijdig (contrasterend)
    gegensätzlich

Vertaal Matrix voor strijdig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entgegengesetzt hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld; weder; weer; weerom
gegensätzlich contrasterend; hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig contrair; polair; weder; weer; weerom
unvereinbar hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig in strijd met; onbestaanbaar; tegenstrijdig met
unverträglich hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig
widersprüchlich hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig in strijd met; tegenstrijdig met

Verwante woorden van "strijdig":


Wiktionary: strijdig

strijdig
adjective
  1. (wiskunde, nld) tegenstrijdig

Cross Translation:
FromToVia
strijdig widersprechend; widersprüchlich; gegensätzlich contradictoire — Qui implique contradiction.
strijdig verkehrt; widerwärtig opposé — Qui est contraire, de différente nature.