Nederlands
Uitgebreide vertaling voor strepen trekken (Nederlands) in het Duits
strepen trekken:
strepen trekken werkwoord (trek streep, trekt streep, trok streep, trokken streep, streep getrokkenn)
-
strepen trekken (strepen)
Conjugations for strepen trekken:
o.t.t.
- trek streep
- trekt streep
- trekt streep
- trekken streep
- trekken streep
- trekken streep
o.v.t.
- trok streep
- trok streep
- trok streep
- trokken streep
- trokken streep
- trokken streep
v.t.t.
- heb streep getrokkenn
- hebt streep getrokkenn
- heeft streep getrokkenn
- hebben streep getrokkenn
- hebben streep getrokkenn
- hebben streep getrokkenn
v.v.t.
- had streep getrokkenn
- had streep getrokkenn
- had streep getrokkenn
- hadden streep getrokkenn
- hadden streep getrokkenn
- hadden streep getrokkenn
o.t.t.t.
- zal strepen trekken
- zult strepen trekken
- zal strepen trekken
- zullen strepen trekken
- zullen strepen trekken
- zullen strepen trekken
o.v.t.t.
- zou strepen trekken
- zou strepen trekken
- zou strepen trekken
- zouden strepen trekken
- zouden strepen trekken
- zouden strepen trekken
en verder
- ben streep getrokkenn
- bent streep getrokkenn
- is streep getrokkenn
- zijn streep getrokkenn
- zijn streep getrokkenn
- zijn streep getrokkenn
diversen
- trek streep!
- trekt streep!
- streep getrokkenn
- streep trekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor strepen trekken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
linieren | strepen; strepen trekken | belijnen; lijnen; liniëren; van lijnen voorzien |
streifen | strepen; strepen trekken | aanroeren; aanstippen; even aanraken; lichtjes aanraken; om zich heen kijken; omzwerven; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; schampen; struinen; waken; wakker blijven; zwerven |