Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Haarsträhne
|
haarstreng; haarvlecht; streng
|
haarsliert
|
Haarzopf
|
haarstreng; haarvlecht; streng
|
haarvlecht; vlecht
|
Zopf
|
haarstreng; haarvlecht; streng
|
paardenstaart; staart; staartvormige haardracht
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gebieterisch
|
onvermurwbaar; streng; strikt; stringent
|
bazig; bevelend; heerszuchtig; overheersend
|
genau
|
onvermurwbaar; streng; strikt; stringent
|
accuraat; bekrompen; benepen; betrekking hebbend op economie; conscientieus; correct; desgelijks; dito; economisch; evenzo; exact; gedetailleerd; goed; juist; kleingeestig; kleinzielig; kloppend; krek; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; ook; op dezelfde wijze; precies; precies zo; punctueel; ragfijn; secuur; stipt; strikt; uitgerekend; waar; zorgvuldig
|
gerade
|
onvermurwbaar; streng; strikt; stringent
|
accuraat; daarnet; eerlijk; frank; glad neerliggend; juist; lineair; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; nog maar pas; op het moment; open; oprecht; overeind; pas; precies; rechtaan; rechtop; rechtschapen; rechttoe; secuur; sluik; staand; zojuist; zonet; zopas; zoëven
|
gewissenhaft
|
onvermurwbaar; streng; strikt; stringent
|
accuraat; conscientieus; consciëntieus; correct; gedetailleerd; gewetensvol; goed; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; precies; scrupuleus; secuur; stipt; zorgvuldig
|
herrisch
|
gestreng; niet toegevend; streng
|
bazig; heerszuchtig; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar; overheersend
|
nach allen Regeln
|
streng; strikt; volgens de regels
|
|
schlüssig
|
bindend; dwingend; streng; strikt; stringent
|
|
stark
|
gestreng; niet toegevend; streng
|
agressief; breed; dapper; dik; dikwijls; erg; fantastisch; fel; ferm; flink; fors; frequent; fysiek sterk; gaaf; geducht; gewelddadig; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; heftig; heldhaftig; heroïsch; hevig; immens; in details; in hoge mate; kloek; kolossaal; krachtig; lijvig; magnifiek; massief; meermaals; menigmaal; mieters; moedig; niet hol; onverschrokken; potig; regelmatig; reusachtig; schitterend; stabiel; sterk; stevig; stout; stoutmoedig; tof; uit de kluiten gewassen; uitgewerkt; uitnemend; uitstekend; vaak; veelvuldig; vet; voortreffelijk; zeer groot; zwaar van lijf
|
streng
|
gestreng; niet toegevend; onvermurwbaar; streng; strikt; stringent; volgens de regels
|
hard; hardop; houterig; keihard; koud; laag van temperatuur; luid; oorverdovend; pittig; stijf; stijve; straf; stram; stroef
|
strikt
|
onvermurwbaar; streng; strikt; stringent
|
accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; ragfijn; secuur; zorgvuldig
|
stringent
|
bindend; dwingend; streng; strikt; stringent
|
afdoend; broodnodig; hoognodig; klemmend; overtuigend
|
unerbittlich
|
onvermurwbaar; streng; strikt; stringent
|
onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar; rigoureus
|