Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. straks:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor straks (Nederlands) in het Duits

straks:

straks bijwoord

  1. straks (later; zometeen)
    später; bald; alsbald
  2. straks (weldra)
    in Kürze; alsbald; balb
  3. straks (later; zometeen; naderhand)
    später; danach; nachher

Vertaal Matrix voor straks:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- dadelijk; zo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alsbald later; straks; weldra; zometeen bijna; dra; eerstdaags; gauw; haast; nagenoeg; schier; spoedig; weldra; welhaast
balb straks; weldra
bald later; straks; zometeen alras; dra; eerstdaags; gauw; spoedig; weldra
danach later; naderhand; straks; zometeen aansluitend; daarna; daarnaar; daarop; ernaar; ernaartoe; hierna; hierop; na dit; nadien; vervolgens
in Kürze straks; weldra
nachher later; naderhand; straks; zometeen daarna; later; naderhand; nadien; vervolgens; waarop
später later; naderhand; straks; zometeen nakomend; vervolgens

Synoniemen voor "straks":


Antoniemen van "straks":


Verwante definities voor "straks":

  1. over een poosje1
    • straks gaan we boodschappen doen1

Wiktionary: straks

straks
adverb
  1. op een later moment
  2. een korte tijd geleden
straks