Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. stoom:
  2. stomen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stoom (Nederlands) in het Duits

stoom:

stoom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de stoom
    der Dampf
    • Dampf [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stoom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dampf stoom damp; mist; nevel; rook; uitwaseming; waas; walm; wasem; zichtbare damp

Verwante woorden van "stoom":


Verwante definities voor "stoom":

  1. hete damp van kokend water1
    • het water kookt: er komt stoom af1

Wiktionary: stoom

stoom
noun
  1. (natuurkunde, nld), techniek|nld gasvormige aggregatietoestand van water

Cross Translation:
FromToVia
stoom Dampf steam — water vapor
stoom Dampf vapeur — Vapeur d’eau

stomen:

stomen werkwoord (stoom, stoomt, stoomde, stoomden, gestoomd)

  1. stomen (uitwasemen; dampen; wasemen)
    dampfen; rauchen; qualmen
    • dampfen werkwoord (dampfe, dampfst, dampft, dampfte, dampftet, gedampft)
    • rauchen werkwoord (rauche, rauchst, raucht, rauchte, rauchtet, geraucht)
    • qualmen werkwoord (qualme, qualmst, qualmt, qualmte, qualmtet, gequalmt)

Conjugations for stomen:

o.t.t.
  1. stoom
  2. stoomt
  3. stoomt
  4. stomen
  5. stomen
  6. stomen
o.v.t.
  1. stoomde
  2. stoomde
  3. stoomde
  4. stoomden
  5. stoomden
  6. stoomden
v.t.t.
  1. ben gestoomd
  2. bent gestoomd
  3. is gestoomd
  4. zijn gestoomd
  5. zijn gestoomd
  6. zijn gestoomd
v.v.t.
  1. was gestoomd
  2. was gestoomd
  3. was gestoomd
  4. waren gestoomd
  5. waren gestoomd
  6. waren gestoomd
o.t.t.t.
  1. zal stomen
  2. zult stomen
  3. zal stomen
  4. zullen stomen
  5. zullen stomen
  6. zullen stomen
o.v.t.t.
  1. zou stomen
  2. zou stomen
  3. zou stomen
  4. zouden stomen
  5. zouden stomen
  6. zouden stomen
diversen
  1. stoom!
  2. stoomt!
  3. gestoomd
  4. stomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stomen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dampfen dampen; stomen; uitwasemen; wasemen dampen; rook afgeven; verdampen
qualmen dampen; stomen; uitwasemen; wasemen dampen; roken; rook afgeven; verdampen; walm afgeven; walmen
rauchen dampen; stomen; uitwasemen; wasemen dampen; roken; tabak roken

Verwante woorden van "stomen":


Wiktionary: stomen

stomen
verb
  1. iets ter reiniging en desinfectie met stoom bewerken
  2. zichtbaar waterdamp afgeven
  3. etenswaar garen door het in hete stoom te hangen
stomen
verb
  1. Speisen im geschlossenen Gefäß garen, dämpfen
  2. Gastronomie: mit Hilfe von Dampf garen

Cross Translation:
FromToVia
stomen dämpfen steam — cooking: to cook with steam