Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- stoken:
- stok:
-
Wiktionary:
- stoken → entfachen
- stoken → destillieren, stören, anstacheln, stochen, schüren, in Brand stecken, anstecken, anzünden
- stok → Stock
- stok → Rohrstock, Hühnerstange, Stab, Stock, Spazierstock, Krückstock, Gehstock, vierfüßiger Gehstock, Barre, Stange, Stecken, Angel, Angelrute
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stoken (Nederlands) in het Duits
stoken:
-
stoken (aanblazen; opstoken; poken; aanstoken; oppoken; aanwakkeren)
-
stoken (distilleren)
destillieren; brennen-
destillieren werkwoord (destilliere, destillierst, destilliert, destillierte, destilliertet, destilliert)
-
Conjugations for stoken:
o.t.t.
- stook
- stookt
- stookt
- stoken
- stoken
- stoken
o.v.t.
- stookte
- stookte
- stookte
- stookten
- stookten
- stookten
v.t.t.
- heb gestookt
- hebt gestookt
- heeft gestookt
- hebben gestookt
- hebben gestookt
- hebben gestookt
v.v.t.
- had gestookt
- had gestookt
- had gestookt
- hadden gestookt
- hadden gestookt
- hadden gestookt
o.t.t.t.
- zal stoken
- zult stoken
- zal stoken
- zullen stoken
- zullen stoken
- zullen stoken
o.v.t.t.
- zou stoken
- zou stoken
- zou stoken
- zouden stoken
- zouden stoken
- zouden stoken
en verder
- ben gestookt
- bent gestookt
- is gestookt
- zijn gestookt
- zijn gestookt
- zijn gestookt
diversen
- stook!
- stookt!
- gestookt
- stokend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor stoken:
Verwante woorden van "stoken":
Wiktionary: stoken
stoken
Cross Translation:
verb
-
übertragen: Begierden oder heftige Gefühle erregen; eine Auseinandersetzung provozieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stoken | → destillieren | ↔ distil — to make by means of distillation |
• stoken | → stören; anstacheln | ↔ ferment — to cause unrest |
• stoken | → stochen; schüren | ↔ stoke — to poke, pierce |
• stoken | → stochen; schüren | ↔ stoke — to feed, stir up |
• stoken | → in Brand stecken; anstecken | ↔ allumer — enflammer ; mettre le feu à. |
• stoken | → in Brand stecken; anzünden; anstecken | ↔ enflammer — mettre en flamme. |
stoken vorm van stok:
Vertaal Matrix voor stok:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Stab | baton; staaf; staf; stang; stok | bâton; dirigeerstaf; estafettestokje; polsstok; spijl; staaf; stijl; tralie |
Stange | baton; staaf; staf; stang; stok | mast; paal; pastille; plak; reep; reep chocolade; spijl; staaf; staafje; staak; stijl; tablet; tralie |
Stock | baton; staaf; staf; stang; stok | bijenkorf; dierenkolonie; etage; intensivering; laag; niveau; peil; plan; stand; verdieping; woonlaag |
Verwante woorden van "stok":
Verwante definities voor "stok":
Wiktionary: stok
stok
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stok | → Rohrstock | ↔ cane — a short wooden or bamboo rod or stick used for corporal punishment |
• stok | → Hühnerstange | ↔ perch — rod used by bird |
• stok | → Stab | ↔ stick — long piece of wood |
• stok | → Stock | ↔ stick — cylindrical piece (of chalk, wax etc) |
• stok | → Spazierstock; Krückstock; Gehstock; vierfüßiger Gehstock | ↔ walking stick — cane |
• stok | → Barre; Stange; Stab; Stecken; Stock | ↔ bâton — Morceau de bois assez long |
• stok | → Angel; Spazierstock; Stock; Angelrute; Stab; Stecken | ↔ canne — Nom générique donner à plusieurs espèces de roseaux, tels que le roseau commun, la canne d’Inde, la canne odorante, le bambou, etc. |