Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. stoffelijkheid:
  2. stoffelijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stoffelijkheid (Nederlands) in het Duits

stoffelijkheid:

stoffelijkheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. stoffelijkheid
    die Stofflichkeit

Vertaal Matrix voor stoffelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Stofflichkeit stoffelijkheid

Verwante woorden van "stoffelijkheid":


stoffelijkheid vorm van stoffelijk:

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. stoffelijk (materieel)
    materiell; stofflich
  2. stoffelijk (tastbaar; concreet; duidelijk; )
    konkret; greifbar; deudlich; handgreiflich

Vertaal Matrix voor stoffelijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deudlich aanraakbaar; concreet; duidelijk; grijpbaar; konkreet; stoffelijk; tastbaar; voelbaar
greifbar aanraakbaar; concreet; duidelijk; grijpbaar; konkreet; stoffelijk; tastbaar; voelbaar
handgreiflich aanraakbaar; concreet; duidelijk; grijpbaar; konkreet; stoffelijk; tastbaar; voelbaar
konkret aanraakbaar; concreet; duidelijk; grijpbaar; konkreet; stoffelijk; tastbaar; voelbaar
materiell materieel; stoffelijk
stofflich materieel; stoffelijk

Verwante woorden van "stoffelijk":


Wiktionary: stoffelijk

stoffelijk
adjective
  1. tot de materie behorend of eruit bestaand, materieel
  2. het stoffelijk overschot
stoffelijk
adjective
  1. aus Materie bestehend