Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. steengoed:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor steengoed (Nederlands) in het Duits

steengoed:

steengoed [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het steengoed
    Steingut
    • Steingut [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor steengoed:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Steingut steengoed aardewerk; aardewerkproduct; keramiek; pottenbakkerskunst

Wiktionary: steengoed

steengoed
noun
  1. aus Quarz, Ton und Feldspat bestehende, bei niedriger Hitze gebrannte, durchsichtig glasierte Tonwaren mit weißem, porösem Scherben für Geschirr, Fliesen, Waschtische, Badewannen und andere sanitäre Artikel