Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stattlich
|
|
groots; grootschalig; reuze
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ansehnlich
|
aanzienlijk; deftig; fier; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vorstelijk; zeer plechtig
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; adelijk; beduidend; behoorlijk; beroemd; chic; doorluchtig; eerbaar; eerbiedwekkend; eerzaam; elegant; enorm; esthetisch; flink; fors; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; indrukwekkend; keurig; kies; modieuze verfijning; respectabel; royaal; sierlijk; smaakvol; stijlvol; substantieel; verfijnd; verheven; voornaam; vorstelijk
|
elegant
|
plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig
|
aangekleed; aanzienlijk; adelijk; beroemd; chic; decoratief; doorluchtig; elegant; esthetisch; gedistingeerd; gekleed; geraffineerd; gewichtig; gracieus; hooggeplaatst; illuster; modieuze verfijning; sierlijk; smaakvol; stijlvol; verfijnd; verheven; voornaam
|
erhaben
|
deftig; eerbiedwaardig; plechtig; plechtstatig; statig; waardig; zeer plechtig
|
aanmatigend; aanzienlijk; adelijk; arrogant; beroemd; doorluchtig; edel; edelmoedig; gedistingeerd; geringschattend; gewichtig; grootmoedig; groots; hautain; hooggeplaatst; hooghartig; hoogmoedig; hoogstaand; hoogverheven; hovaardig; illuster; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; nobel; trots; uit de hoogte; verheven; verwaand; voornaam; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
feierlich
|
plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig
|
ernstig; feestelijk; serieus; vol ernst; werkelijk menend
|
festlich
|
plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig
|
feestelijk
|
förmlich
|
plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig
|
ambtelijk; complimenteus; flatterend; formeel; officieel; pro forma; strelend; vleiend; vormelijk
|
gehoben
|
plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
|
herrlich
|
plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig
|
aangenaam; aanzienlijk; adelijk; behaaglijk; beroemd; doorluchtig; fijn; gaaf; gedistingeerd; gewichtig; glorierijk; goddelijk; heerlijk; heilig; hemels; hooggeplaatst; illuster; kostelijk; lekker; leuk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; mieters; oogverblindend; overheerlijk; paradijselijk; plezant; plezierig; prachtig; prettig; reuzelekker; roemrijk; roemvol; schitterend; slank en smal; smakelijk; tof; verblindend; verheerlijkt; verheven; verrukkelijk; voornaam; zalig
|
herrschaftlich
|
plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; geducht; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; in hoge mate; verheven; voornaam
|
hocherhaben
|
deftig; eerbiedwaardig; plechtig; plechtstatig; statig; waardig; zeer plechtig
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hoogverheven; illuster; verheven; voornaam
|
königlich
|
plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig
|
aanzienlijk; adelijk; aristocratisch; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; koninklijk; verheven; voornaam; vorstelijk
|
stattlich
|
deftig; eerbiedwaardig; plechtig; plechtstatig; statig; waardig; zeer plechtig
|
aanzienlijk; adelijk; behoorlijk; beroemd; chic; danig; dapper; doorluchtig; duchtig; elegant; esthetisch; ferm; fier; flink; fors; fysiek sterk; gedistingeerd; geraffineerd; gewichtig; glorieus; groots; heldhaftig; heroïsch; hooggeplaatst; illuster; kloek; krachtig; moedig; onverschrokken; potig; prat; rijzig; sierlijk; smaakvol; sterk; stevig; stijlvol; stout; stoutmoedig; trots; verfijnd; verheven; voornaam; weids
|
vornehm
|
plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; vooraanstaand; voornaam
|
würdevoll
|
deftig; eerbiedwaardig; plechtig; plechtstatig; statig; waardig; zeer plechtig
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
|
würdig
|
deftig; eerbiedwaardig; plechtig; plechtstatig; statig; waardig; zeer plechtig
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam
|