Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. stalletjes:
  2. stalletje:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stalletjes (Nederlands) in het Duits

stalletjes:

stalletjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de stalletjes (kraampjes; stands)
    der Stände; der Ställe
    • Stände [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ställe [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stalletjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ställe kraampjes; stalletjes; stands hokjes; hokken; stallen
Stände kraampjes; stalletjes; stands tenten; wildstand; wildvoorraad

Verwante woorden van "stalletjes":


stalletje:

stalletje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het stalletje (kraam; stand)
    der Stand; der Ausstellungsstand; die Verkaufsbude; die Bude

Vertaal Matrix voor stalletje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausstellungsstand kraam; stalletje; stand kraampje; stand; stand op jaarbeurs; tent
Bude kraam; stalletje; stand kavalje; kraampje; krot; krotwoning; marktkraam; tent
Stand kraam; stalletje; stand categorie; classificatie; klasse; kraampje; ligging; maatschappelijke klasse; orde; positie; rang; slag; stand; stand op jaarbeurs; tent; wildstand; wildvoorraad
Verkaufsbude kraam; stalletje; stand kraampje; tent

Verwante woorden van "stalletje":


Wiktionary: stalletje


Cross Translation:
FromToVia
stalletje Baracke; Bude; Hütte; Scheune; Bretterbude; Bretterhäuschen; Schuppen; Kiosk; Verkaufshäuschen kiosque — urbanisme|fr siècle|XVIII Dans l’aménagement des parc et jardin, pavillon pour l’agrément ou la musique, d’inspiration oriental, de structure léger et ouverte et de plan circulaire ou polygonal.
stalletje Baracke; Bude; Hütte; Scheune; Bretterbude; Bretterhäuschen; Schuppen; Kiosk; Verkaufshäuschen échoppe — Petite boutique ordinairement en appentis et adossée contre une muraille.