Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- spreuken:
- spreuk:
-
Wiktionary:
- spreuk → Spruch
- spreuk → Beschwörung, Spruch, Sprichwort, Aphorismus, Gedankensplitter, Verdikt, Wahrspruch, Denkspruch, Sentenz
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor spreuken (Nederlands) in het Duits
spreuken:
-
de spreuken
Vertaal Matrix voor spreuken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Sprüche | spreuken | kreten; leuzen; parolen; slagzinnen; slogans; uitspraken |
Verwante woorden van "spreuken":
spreuken vorm van spreuk:
Vertaal Matrix voor spreuk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Devise | leus; leuze; parool; spreuk | devies; grondstelling; hoofdstelling; kenspreuk; lijfspreuk; motto; zinspreuk |
Grundsatz | leus; leuze; parool; spreuk | axioma; dogma; geloofsartikel; grondeigenschap; grondstelling; hoofdbeginsel; hoofdstelling; principe; vaststaande leerstelling |
Losung | leus; leuze; parool; spreuk | consigne; devies; lijfspreuk; motto; verkiezingsleus; wachtwoord |
Parole | leus; leuze; parool; spreuk | consigne; devies; kenspreuk; leus; leuze; lijfspreuk; motto; parool; verkiezingsleus; wachtwoord; wapenkreet; zinspreuk |
Slogan | leus; leuze; parool; spreuk | devies; kreet; leus; lijfspreuk; motto; reclameleus; reclamezin; slagzin; slogan; verkiezingsleus |
Spruch | gezegde; leus; leuze; parool; spreuk | aforisme; devies; gezegde; kenspreuk; kreet; leus; lijfspreuk; motto; reclameleus; reclamezin; redekundig gezegde; slagzin; slogan; zinspreuk |
Wahlspruch | leus; leuze; parool; spreuk | devies; kenspreuk; lijfspreuk; motto; zinspreuk |
Verwante woorden van "spreuk":
Wiktionary: spreuk
spreuk
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• spreuk | → Beschwörung | ↔ incantation — formula |
• spreuk | → Spruch; Sprichwort | ↔ saw — saying or proverb |
• spreuk | → Aphorismus; Gedankensplitter | ↔ aphorisme — court phrase exprimer un principe ou un concept de pensée. |
• spreuk | → Verdikt; Wahrspruch; Denkspruch; Sentenz; Spruch | ↔ sentence — apophtegme, maxime, opinion exprimée d’une manière dogmatique. |