Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. spraakgebrek:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spraakgebrek (Nederlands) in het Duits

spraakgebrek:

spraakgebrek [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het spraakgebrek
    die Sprachstörung; Sprachfehler

Vertaal Matrix voor spraakgebrek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Sprachfehler spraakgebrek taalfout; taalfouten; uitspraakfout
Sprachstörung spraakgebrek taalarmoede; taalstoornis

Verwante woorden van "spraakgebrek":

  • spraakgebreken

Wiktionary: spraakgebrek

spraakgebrek
noun
  1. een spreekstoornis

Computer vertaling door derden: