Nederlands
Uitgebreide vertaling voor snuisterij (Nederlands) in het Duits
snuisterij:
-
de snuisterij (kleinigheid)
-
de snuisterij (hebbeding)
Vertaal Matrix voor snuisterij:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Firlefanz | kleinigheid; snuisterij | apekool; flauwekul; gebazel; gebeuzel; gekkenpraat; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; mallepraat; nonsens; onzin; rimram; tierelantijntje; waanzin; wartaal; zotteklap |
Klimbim | kleinigheid; snuisterij | |
Nippes | hebbeding; snuisterij | bijou; juweel; kiezel; kiezelsteen; sieraad; snuisterijen |
Nippsache | hebbeding; kleinigheid; snuisterij | bijou; juweel; kiezel; kiezelsteen; sieraad; snuisterijen |
Schnicksnack | kleinigheid; snuisterij |