Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. snorkel:
  2. snorkelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snorkel (Nederlands) in het Duits

snorkel:

snorkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snorkel
    der Schnorchel

Vertaal Matrix voor snorkel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schnorchel snorkel pers. die drugs snuiven; snorkels; snuivers

Verwante woorden van "snorkel":


Wiktionary: snorkel

snorkel
noun
  1. technische Vorrichtung, oft rohrförmig, die es Personen oder Fahrzeugen erlaubt, sich unter der Wasseroberfläche zu bewegen und dennoch Luft zum Atmen aufzunehmen bzw. für den Motor anzusaugen

snorkelen:

snorkelen werkwoord (snorkel, snorkelt, snorkelde, snorkelden, gesnorkeld)

  1. snorkelen (met een snorkel zwemmen)
    schnorcheln; mit einem Schnorchel schwimmen

Conjugations for snorkelen:

o.t.t.
  1. snorkel
  2. snorkelt
  3. snorkelt
  4. snorkelen
  5. snorkelen
  6. snorkelen
o.v.t.
  1. snorkelde
  2. snorkelde
  3. snorkelde
  4. snorkelden
  5. snorkelden
  6. snorkelden
v.t.t.
  1. heb gesnorkeld
  2. hebt gesnorkeld
  3. heeft gesnorkeld
  4. hebben gesnorkeld
  5. hebben gesnorkeld
  6. hebben gesnorkeld
v.v.t.
  1. had gesnorkeld
  2. had gesnorkeld
  3. had gesnorkeld
  4. hadden gesnorkeld
  5. hadden gesnorkeld
  6. hadden gesnorkeld
o.t.t.t.
  1. zal snorkelen
  2. zult snorkelen
  3. zal snorkelen
  4. zullen snorkelen
  5. zullen snorkelen
  6. zullen snorkelen
o.v.t.t.
  1. zou snorkelen
  2. zou snorkelen
  3. zou snorkelen
  4. zouden snorkelen
  5. zouden snorkelen
  6. zouden snorkelen
en verder
  1. ben gesnorkeld
  2. bent gesnorkeld
  3. is gesnorkeld
  4. zijn gesnorkeld
  5. zijn gesnorkeld
  6. zijn gesnorkeld
diversen
  1. snorkel!
  2. snorkelt!
  3. gesnorkeld
  4. snorkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor snorkelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mit einem Schnorchel schwimmen met een snorkel zwemmen; snorkelen
schnorcheln met een snorkel zwemmen; snorkelen

Verwante woorden van "snorkelen":


Wiktionary: snorkelen

snorkelen
verb
  1. mit einem Schnorchel tauchen

Verwante vertalingen van snorkel