Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- snappen:
-
Wiktionary:
- snappen → begreifen
- snappen → begreifen, verstehen, erfassen, schlau werden aus, umfassen, befremden, überfallen, überraschen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor snappen (Nederlands) in het Duits
snappen:
-
snappen (betrappen)
-
snappen (met het verstand vatten; begrijpen; inzien)
verstehen; begreifen; kapieren; fassen; durchschauen; erkennen; einsehen-
durchschauen werkwoord (durchschaue, durchschaust, durchschaut, durchschaute, durchschautet, durchschaut)
-
snappen (op heterdaad betrappen)
Conjugations for snappen:
o.t.t.
- snap
- snapt
- snapt
- snappen
- snappen
- snappen
o.v.t.
- snapte
- snapte
- snapte
- snapten
- snapten
- snapten
v.t.t.
- ben gesnapt
- bent gesnapt
- is gesnapt
- zijn gesnapt
- zijn gesnapt
- zijn gesnapt
v.v.t.
- was gesnapt
- was gesnapt
- was gesnapt
- waren gesnapt
- waren gesnapt
- waren gesnapt
o.t.t.t.
- zal snappen
- zult snappen
- zal snappen
- zullen snappen
- zullen snappen
- zullen snappen
o.v.t.t.
- zou snappen
- zou snappen
- zou snappen
- zouden snappen
- zouden snappen
- zouden snappen
diversen
- snap!
- snapt!
- gesnapt
- snappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor snappen:
Verwante woorden van "snappen":
Synoniemen voor "snappen":
Verwante definities voor "snappen":
Wiktionary: snappen
snappen
Cross Translation:
verb
-
iets vatten in de zin van begrijpen, doorhebben
- snappen → begreifen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• snappen | → begreifen | ↔ apprehend — to understand; to recognize |
• snappen | → begreifen; verstehen | ↔ catch — to perceive and understand (jump) |
• snappen | → erfassen; verstehen; begreifen | ↔ grasp — to understand |
• snappen | → schlau werden aus; verstehen; begreifen | ↔ make sense — decipher, understand |
• snappen | → verstehen; begreifen | ↔ understand — to be aware of the meaning of |
• snappen | → umfassen; verstehen; begreifen; erfassen | ↔ comprendre — contenir en soi. |
• snappen | → befremden; überfallen; überraschen | ↔ surprendre — prendre sur le fait, trouver dans une action, dans un état où on ne croire pas voir, en parlant de quelqu’un. |
snap:
Vertaal Matrix voor snap:
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | in een hap en een snap |