Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blitzblank
|
brandschoon; smetteloos; vlekkeloos
|
|
einwandfrei
|
brandschoon; smetteloos; vlekkeloos
|
absoluut; beslist; correct; foutloos; gaaf; goed; juist; keurig; loepzuiver; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; onweerlegbaar; perfect; perfekt; precies; puntgaaf; rein; ronduit; stellig; vast en zeker; vlekkeloos; volmaakt; zeker
|
fehlerfrei
|
brandschoon; smetteloos; vlekkeloos
|
correct; feilloos; foutloos; gaaf; heel; ideaal; intact; keurig; loepzuiver; maagdelijk; onaangeraakt; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; ongerept; onschuldig; patent; perfect; puur; rein; uitmuntend; uitstekend; virginaal; vlekkeloos; volmaakt; voortreffelijk; zuiver
|
fleckenlos
|
brandschoon; smetteloos; vlekkeloos
|
correct; hygienisch; keurig; kuis; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; rein; schoon; vlekkeloos; zuiver
|
keimfrei
|
brandschoon; smetteloos; vlekkeloos
|
bacteriënvrij; kiemvrij; vrij van ziektekiemen
|
makellos
|
brandschoon; smetteloos; vlekkeloos
|
correct; gaaf; keurig; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; puntgaaf; rein; vlekkeloos
|
sauber
|
brandschoon; smetteloos; vlekkeloos
|
decent; eerbaar; fatsoenlijk; gekuist; gereinigd; gewoonweg; hygienisch; hygiënisch; klinkklaar; kuis; manierlijk; netjes; onbevlekt; onschuldig; onvermengd; opgeruimd; ordelijk; proper; pure; puur; rechttoe; rein; schoon; vlekkeloos; welvoeglijk; zedig gemaakt; zindelijk; zuiver; zuivere
|
unbefleckt
|
brandschoon; smetteloos; vlekkeloos
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; onbevlekt; onbezoedeld; ongerept; onschuldig; puur; rein; virginaal; vlekkeloos; zuiver
|