Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slurpen (Nederlands) in het Duits

slurpen:

slurpen werkwoord (slurp, slurpt, slurpte, slurpten, geslurpt)

  1. slurpen (slorpen)
    schlürfen
    • schlürfen werkwoord (schlürfe, schlürfst, schlürft, schlürfte, schlürftet, geschlürft)
  2. slurpen (zuigen; lurken)
    schlürfen; saugen; schlucken
    • schlürfen werkwoord (schlürfe, schlürfst, schlürft, schlürfte, schlürftet, geschlürft)
    • saugen werkwoord (sauge, saugst, saugt, saugte, saugtet, gesaugt)
    • schlucken werkwoord (schlucke, schluckst, schluckt, schluckte, schlucktet, geschluckt)

Conjugations for slurpen:

o.t.t.
  1. slurp
  2. slurpt
  3. slurpt
  4. slurpen
  5. slurpen
  6. slurpen
o.v.t.
  1. slurpte
  2. slurpte
  3. slurpte
  4. slurpten
  5. slurpten
  6. slurpten
v.t.t.
  1. heb geslurpt
  2. hebt geslurpt
  3. heeft geslurpt
  4. hebben geslurpt
  5. hebben geslurpt
  6. hebben geslurpt
v.v.t.
  1. had geslurpt
  2. had geslurpt
  3. had geslurpt
  4. hadden geslurpt
  5. hadden geslurpt
  6. hadden geslurpt
o.t.t.t.
  1. zal slurpen
  2. zult slurpen
  3. zal slurpen
  4. zullen slurpen
  5. zullen slurpen
  6. zullen slurpen
o.v.t.t.
  1. zou slurpen
  2. zou slurpen
  3. zou slurpen
  4. zouden slurpen
  5. zouden slurpen
  6. zouden slurpen
en verder
  1. ben geslurpt
  2. bent geslurpt
  3. is geslurpt
  4. zijn geslurpt
  5. zijn geslurpt
  6. zijn geslurpt
diversen
  1. slurp!
  2. slurpt!
  3. geslurpt
  4. slurpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor slurpen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
saugen lurken; slurpen; zuigen afzuigen; fellatio doen; lurken; pijpen; sabbelen; stofzuigen; zuigen
schlucken lurken; slurpen; zuigen aannemen; aanvaarden; accepteren; bikken; binnenkrijgen; bunkeren; cadeau aannemen; consumeren; doorslikken; eten; incorporeren; inlijven; naar binnen werken; nuttigen; opeten; opnemen in groter geheel; opslokken; schransen; schrokken; slikken; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; vreten; zitten proppen; zwelgen
schlürfen lurken; slorpen; slurpen; zuigen genieten van; in zich opnemen; langzaam drinken; nippen

Wiktionary: slurpen

slurpen
verb
  1. etwas in kleinen Mengen geräuschvoll trinken

Cross Translation:
FromToVia
slurpen aufsaugen; einsaugen; schlürfen; einschlürfen; absorbieren; in Anspruch nehmen; gefangen nehmen; fesseln; sorbieren; aufnehmen absorberfaire pénétrer en soi, s’assimiler.

Computer vertaling door derden: