Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sluizen:
  2. sluis:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sluizen (Nederlands) in het Duits

sluizen:

sluizen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de sluizen
    Schleusenwerke

Vertaal Matrix voor sluizen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schleusenwerke sluizen geheel van sluizen; sluiswerken

Verwante woorden van "sluizen":


sluis:

sluis [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de sluis (schutsluisje; sas; verlaat)
    Schleusenwerk

Vertaal Matrix voor sluis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schleusenwerk sas; schutsluisje; sluis; verlaat

Verwante woorden van "sluis":


Wiktionary: sluis

sluis
noun
  1. scheepvaart|nld een kunstwerk om water te keren en mogelijk ook om schepen door te laten, op een plaats tussen twee waters met een verschillend waterpeil.

Cross Translation:
FromToVia
sluis Schiffshebewerk; Schleuse lock — segment of a canal
sluis Schleuse; Schleusentor; Siel sluice — passage for water
sluis Schleuse écluseclôture en forme de bassin, faite de terre, de pierre, de bois ou de toute autre matière dans un port, sur une rivière, sur un canal, etc., ayant une ou plusieurs portes qui se lever et se baisser ou qui s’ouvrent et se fermer, pou

Verwante vertalingen van sluizen