Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sluier:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sluier (Nederlands) in het Duits

sluier:

sluier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de sluier (voile)
    der Schleier; der Voile
    • Schleier [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Voile [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sluier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schleier sluier; voile heiigheid; mist; nevel; sluiers; voiles; waas
Voile sluier; voile

Verwante woorden van "sluier":

  • sluieren, sluiers, sluiertje, sluiertjes

Wiktionary: sluier

sluier
noun
  1. dunne doek, waarmee men een lichaamsdeel of het gezicht bedekt
sluier
noun
  1. dünner, halbdurchsichtiger Stoff zur Verhüllung von Kopf/Gesicht (einer Frau)