Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sloebers:
  2. sloeber:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sloebers (Nederlands) in het Duits

sloebers:

sloebers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de sloebers (schooiers)
    der Bettler
    • Bettler [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sloebers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bettler schooiers; sloebers armoedzaaiers; bedelaar

Verwante woorden van "sloebers":


sloebers vorm van sloeber:

sloeber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de sloeber (schooier)
    der Schmutzfink; Ferkel; der Schmierfink

Vertaal Matrix voor sloeber:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ferkel schooier; sloeber big; biggen; biggetje; biggetjes; fielt; jong varken; kleine big; mispunt; naarling; rotzak; schoft; smeerlap; smiecht; stinkerd; varken; varkentje; varkentjes; vuilbek; zwijn
Schmierfink schooier; sloeber deugniet; fielt; guit; knoeipot; mispunt; morser; naarling; rakker; rotzak; schoft; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd; viezerik; zwijn
Schmutzfink schooier; sloeber deugniet; fielt; guit; mispunt; morspot; naarling; rakker; rotzak; schoft; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd; viespoes; viezerik; zwijn

Verwante woorden van "sloeber":


Computer vertaling door derden: