Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. slijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slijk (Nederlands) in het Duits

slijk:

slijk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het slijk (bagger; modder; slib; prut; slik)
    der Schlamm; der Schlick; der Matsch
    • Schlamm [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlick [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Matsch [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Matsch bagger; modder; prut; slib; slijk; slik kledder; klodder; kwak; lik
Schlamm bagger; modder; prut; slib; slijk; slik bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; kledder; klodder; kwak; lik; moer; zetsel
Schlick bagger; modder; prut; slib; slijk; slik

Wiktionary: slijk

slijk
noun
  1. mengsel van aarde, vuil en water
slijk
noun
  1. Ablagerung des Meerwassers und des Wassers der Flüsse, in die mit der Flutwelle Meerwasser eindringt; die Wattengebiete bestehen aus starken Schlickschichten.
  2. mit Wasser vermischte Erde, Dreck, Schmutz, Morast
  3. (umgangssprachlich) nasse Erde; dickflüssiger, breiiger Schmutz

Cross Translation:
FromToVia
slijk Kot; Schlamm mud — mixture of soil and water

Verwante vertalingen van slijk