Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sleper:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sleper (Nederlands) in het Duits

sleper:

sleper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de sleper
    der Schlepper; die Trosse; der Trawler
    • Schlepper [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Trosse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Trawler [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sleper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schlepper sleper aanbrengers; klantenlokkers; runners; sleepboot; sleepboten; slepers; stoepiers; tractor; trekker; trekkers; wandelaars
Trawler sleper schrobnetvisser
Trosse sleper scheepstouw; tros

Verwante woorden van "sleper":


Wiktionary: sleper


Cross Translation:
FromToVia
sleper Schlepper; Schleppschiff; Schleppboot; Schleppdampfer tugboat — small, powerful boat