Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slak (Nederlands) in het Duits

slak:

slak [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de slak (metaalslak; sintel; steenkoolslak)
    die Metallschlacke
  2. de slak (huisjesslak)
    die Schnecke; die Gartenschnecke
  3. de slak (treuzelaar; sijsjeslijmer; treuzelkous; )
    der Faulpelz; die Quasselstrippe; der Salzsack; der Faselhans; die Drückebergerin; der Nachzügler; der Zauderer; der Faseler; die Trödelliese; der Drückeberger; der Faulenzer; der Nörgler; der Trödler

Vertaal Matrix voor slak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Drückeberger hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous drukster; geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; lijntrekkers; lijntrekster; luiaard; luilak; luiwammes; nietsnut; slampamper; slapkous
Drückebergerin hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous drukster; geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; lijntrekster; nietsnut; slampamper; slapkous
Faseler hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous keutelaar
Faselhans hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous babbelaar; babbelaarster; keutelaar; kletser; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous; ouwehoer; zwamneus
Faulenzer hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous flierefluiter; geitenbreier; indolentie; inertie; lamlendigheid; lammeling; lamzak; langzaamheid; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; logheid; luiaard; luiheid; luilak; luiwammes; nietsnut; slampamper; slapkous; slapte; sloomheid; traagheid
Faulpelz hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous drukster; geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; lijntrekster; luiaard; luilak; luiwammes; nietsnut; slampamper; slapkous
Gartenschnecke huisjesslak; slak tuinslak
Metallschlacke metaalslak; sintel; slak; steenkoolslak
Nachzügler hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous achterblijver; achtergeblevene; laatkomer; uitvaller
Nörgler hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous brombeer; brompot; geitenbreier; grompot; kankeraar; knorrepot; mopperaar; vitter; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet; zeurpieten
Quasselstrippe hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous babbelaarster; flapuit; keutelaar; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous
Salzsack hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous slome; treuzelaar; zoutzak
Schnecke huisjesslak; slak haarkrul; koffiekoek; krul; transportschroef
Trödelliese hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous talmster; teut; treuzel; treuzelares
Trödler hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous achterblijver; achtergeblevene; draler; uitdraagster; uitdragers; uitvaller
Zauderer hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous draler

Verwante woorden van "slak":

  • slakken, slaken

Wiktionary: slak

slak
noun
  1. Zoologie: eine Klasse der Weichtiere
  2. Rückstand in der Metallverarbeitung, Verbrennungsvorgängen oder geologischen Prozessen

Cross Translation:
FromToVia
slak Schlacke slag — the impurities which result and are separated out when melting a metal or refining it from its ore
slak Nacktschnecke slug — gastropod
slak Schnecke; Gehäuseschnecke snail — any animal of the class Gastropoda having a shell
slak Schnecke escargot — Animal
slak Schnecke limacemollusque gastéropode, à coquille plate très réduite, de forme allonger.
slak Schnecke limaçonmollusque gastéropode, dont le corps est dans une coquille en forme d’hélice.