Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. service:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor service (Nederlands) in het Duits

service:

service [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de service (uitserveren; bediening)
    der Service; die Bedienung
  2. de service (onderhoudsdienst)
    der Wartungsdienst
  3. de service
    der Kundendienst
  4. de service
    der Service
    • Service [der ~] zelfstandig naamwoord
  5. de service
    der Dienst
    • Dienst [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor service:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bedienung bediening; service; uitserveren employees; werknemers
Dienst service assistentie; bijstand; corvee; corveedienst; dienst; dienstbetoon; gunst; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; kerkviering; mis
Kundendienst service dienstbetoon; hulpbetoon; klantendienst; klantenservice; serviceverlening
Service bediening; service; uitserveren assistentie; bijstand; dienstbetoon; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; serviceverlening
Wartungsdienst onderhoudsdienst; service

Verwante woorden van "service":

  • services

Wiktionary: service

service
noun
  1. bediening, diensten ten behoeve van de klanten.

Verwante vertalingen van service