Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- schulden:
- schuld:
-
Wiktionary:
- schulden → Schulden, Verbindlichkeit
- schuld → Schuld, Verschulden
- schuld → Schuld, Verbindlichkeit, Verpflichtung, Ausstand
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schulden (Nederlands) in het Duits
schulden:
-
de schulden
Vertaal Matrix voor schulden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Schuld | schulden | bankschuld; debet; financiële schuld; schuld; tekort; tekortsaldo |
Verwante woorden van "schulden":
Wiktionary: schulden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schulden | → Schulden; Verbindlichkeit | ↔ debt — state or condition of owing something to another |
• schulden | → Schulden; Verbindlichkeit | ↔ debt — money that one person or entity owes or is required to pay to another |
schuld:
-
de schuld
-
de schuld
die Geldschuld
Vertaal Matrix voor schuld:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Geldschuld | schuld | financiële schuld |
Schuld | schuld | bankschuld; debet; financiële schuld; schulden; tekort; tekortsaldo |
Verwante woorden van "schuld":
Antoniemen van "schuld":
Verwante definities voor "schuld":
Wiktionary: schuld
schuld
Cross Translation:
noun
-
een geldbedrag dat ondanks de verplichting daartoe niet betaald wordt
- schuld → Schuld
-
een verantwoordelijkheid die iemand wordt toegeschreven voor een laakbare gebeurtenis of toestand
- schuld → Schuld; Verschulden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schuld | → Schuld | ↔ blame — state of having caused a bad event |
• schuld | → Schuld; Verbindlichkeit; Verpflichtung | ↔ debt — action, state of mind, or object one has an obligation to perform for another |
• schuld | → Schuld | ↔ guilt — responsibility for wrongdoing |
• schuld | → Schuld; Ausstand | ↔ dette — Somme due à un créancier |