Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schraper (Nederlands) in het Duits

schraper:

schraper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schraper (gierigaard; krentenweger; vrek; krent; knibbelaar)
    der Knauser; der Geizhals; der Pfennigfuchser; der Schacherer
  2. de schraper (schraapmes; schraapijzer; schrapijzer)
    der Schaber; der Kratzer; Schabeisen

Vertaal Matrix voor schraper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geizhals gierigaard; knibbelaar; krent; krentenweger; schraper; vrek oppotter; vrek
Knauser gierigaard; knibbelaar; krent; krentenweger; schraper; vrek louche handelaar; sjacheraar
Kratzer schraapijzer; schraapmes; schraper; schrapijzer haal; krab; krabbelaar; krabber; krabijzer; krabwond; kras; krasser; pennekras; schram; schrammetje; spatel; verfkrabber
Pfennigfuchser gierigaard; knibbelaar; krent; krentenweger; schraper; vrek louche handelaar; sjacheraar
Schabeisen schraapijzer; schraapmes; schraper; schrapijzer
Schaber schraapijzer; schraapmes; schraper; schrapijzer spatel
Schacherer gierigaard; knibbelaar; krent; krentenweger; schraper; vrek bietser; louche handelaar; sjacheraar; sjacheraars

Verwante woorden van "schraper":

  • schrapers, schrapertje, schrapertjes