Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schielijk (Nederlands) in het Duits
schielijk:
-
schielijk (plotseling; abrupt; opeens; plots; bruusk; eensklaps; plotsklaps)
plötzlich; auf einmal; abrupt; mit einem Male-
plötzlich bijvoeglijk naamwoord
-
auf einmal bijvoeglijk naamwoord
-
abrupt bijvoeglijk naamwoord
-
mit einem Male bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor schielijk:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abrupt | abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk | |
auf einmal | abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk | abrupt; eensklaps; ineens; ongedacht; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; zo ineens |
mit einem Male | abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk | |
plötzlich | abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk | abrupt; eensklaps; ineens; ongedacht; onverhoeds; onvermoed; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; subiet |