Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. schermutselen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schermutselen (Nederlands) in het Duits

schermutselen:

schermutselen werkwoord (schermutsel, schermutselt, schermutselde, schermutselden, geschermutseld)

  1. schermutselen (kleine gevechten leveren)
    kämpfen; fechten; scharmützeln
    • kämpfen werkwoord (kämpfe, kämpfst, kämpft, kämpfte, kämpftet, gekämpft)
    • fechten werkwoord (fechte, fechtest, fechtet, focht, fochtet, gefochten)
    • scharmützeln werkwoord (scharmützele, scharmützelst, scharmützelt, scharmützelte, scharmützeltet, scharmützelt)

Conjugations for schermutselen:

o.t.t.
  1. schermutsel
  2. schermutselt
  3. schermutselt
  4. schermutselen
  5. schermutselen
  6. schermutselen
o.v.t.
  1. schermutselde
  2. schermutselde
  3. schermutselde
  4. schermutselden
  5. schermutselden
  6. schermutselden
v.t.t.
  1. heb geschermutseld
  2. hebt geschermutseld
  3. heeft geschermutseld
  4. hebben geschermutseld
  5. hebben geschermutseld
  6. hebben geschermutseld
v.v.t.
  1. had geschermutseld
  2. had geschermutseld
  3. had geschermutseld
  4. hadden geschermutseld
  5. hadden geschermutseld
  6. hadden geschermutseld
o.t.t.t.
  1. zal schermutselen
  2. zult schermutselen
  3. zal schermutselen
  4. zullen schermutselen
  5. zullen schermutselen
  6. zullen schermutselen
o.v.t.t.
  1. zou schermutselen
  2. zou schermutselen
  3. zou schermutselen
  4. zouden schermutselen
  5. zouden schermutselen
  6. zouden schermutselen
en verder
  1. ben geschermutseld
  2. bent geschermutseld
  3. is geschermutseld
  4. zijn geschermutseld
  5. zijn geschermutseld
  6. zijn geschermutseld
diversen
  1. schermutsel!
  2. schermutselt!
  3. geschermutseld
  4. schermutselend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor schermutselen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fechten kleine gevechten leveren; schermutselen bekampen; bestrijden; bevechten; kampen; schermen; strijd voeren; strijden; vechten
kämpfen kleine gevechten leveren; schermutselen bekampen; bestrijden; bevechten; een strijd houden; kampen; knokken; matten; met iemand worstelen; oorlog voeren; strijd voeren; strijden; touwtrekken; vechten; worstelen; zich wringen
scharmützeln kleine gevechten leveren; schermutselen