Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. schepsel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schepsel (Nederlands) in het Duits

schepsel:

schepsel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het schepsel (creatuur)
    Erzeugnis; Geschöpf; Gebilde

Vertaal Matrix voor schepsel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Erzeugnis creatuur; schepsel fabrikaat; maaksel; product
Gebilde creatuur; schepsel blok; bouwwerk; complex; figuur; gebouw; gedaante; kunstwerk; meesterwerk; pand; postuur; speelgoedblok; verschijning; werk
Geschöpf creatuur; schepsel

Verwante woorden van "schepsel":

  • schepselen, schepsels, schepseltje, schepseltjes

Wiktionary: schepsel

schepsel
noun
  1. creatuur; iets dat gemaakt is
schepsel
noun
  1. Lebewesen, Geschöpf, etwas „Kreiertes“, „Geschaffenes“

Cross Translation:
FromToVia
schepsel Kreatur; Geschöpf creature — A creature
schepsel Geschöpf; Kreatur créature — Résultat de la création