Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. scheef:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor scheef (Nederlands) in het Duits

scheef:

scheef bijvoeglijk naamwoord

  1. scheef (schuin; dwars)
    schief
    • schief bijvoeglijk naamwoord
  2. scheef (asymmetrisch)
    die Neigung; Scherung

Vertaal Matrix voor scheef:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Neigung asymmetrisch; scheef aard; buiging; declinatie; geaardheid; geneigdheid; gezindheid; glooiing; glooiingshoek; hang; inborst; inclinatie; karakter; keuze; mode; neiging; nijging; smaak; tendens; tendentie; trend; voorkeur; voorliefde
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Scherung asymmetrisch; scheef
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schief dwars; scheef; schuin aflopend; faliekant; finaal; flauw hellend; glooiend; hartstikke; helemaal; hellend; niet echt; ongepast; onkies; onvertogen; schuin aflopend; steil; vals; verkeerd; vierkant; volstrekt

Verwante woorden van "scheef":


Antoniemen van "scheef":


Verwante definities voor "scheef":

  1. niet evenwijdig met iets anders1
    • de plaat hangt scheef aan de wand1
  2. niet zoals het moet, onjuist1
    • dat is een scheve voorstelling van zaken1

Wiktionary: scheef


Cross Translation:
FromToVia
scheef schief askew — turned or twisted to one side
scheef einseitig; schief lopsided — not balanced
scheef schräg; schief; windschief skew — neither perpendicular nor parallel

Verwante vertalingen van scheef