Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. schappen:
  2. schap:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schappen (Nederlands) in het Duits

schappen:

schappen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de schappen (planken)
    die Schrankfächer

Vertaal Matrix voor schappen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schrankfächer planken; schappen legborden; planken

Verwante woorden van "schappen":


schappen vorm van schap:

schap [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schap (plank)
    der Schrankfach; Brett

Vertaal Matrix voor schap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Brett plank; schap blaadje; klein boomblad; legbord
Schrankfach plank; schap

Verwante woorden van "schap":


Wiktionary: schap

schap
noun
  1. veraltend: Regalbrett, offenes Regal für Bücher, Geschirr, Gewürze, Toilettartikel und andere Dinge

Cross Translation:
FromToVia
schap Regal shelf — structure
schap Brett; Tafel; Bordbrett; Wandbrett; Regalfach; Ablagebrett planche — ais de bois, mince et long
schap Regal; Bücherregal étagère — Meuble constitué de planches superposées.