Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. schappelijkheid:
  2. schappelijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schappelijkheid (Nederlands) in het Duits

schappelijkheid:

schappelijkheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. schappelijkheid (redelijkheid; billijkheid)
    die Vernünftigkeit; die mit Rede

Vertaal Matrix voor schappelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Vernünftigkeit billijkheid; redelijkheid; schappelijkheid
mit Rede billijkheid; redelijkheid; schappelijkheid

Verwante woorden van "schappelijkheid":


schappelijkheid vorm van schappelijk:

schappelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. schappelijk (billijk; redelijk; geschikt)
    redlich; anständig; fair; korrekt; ehrlich

Vertaal Matrix voor schappelijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anständig billijk; geschikt; redelijk; schappelijk behoorlijk; beschaafd; danig; deugdzaam; duchtig; eerlijk; eerzaam; fair; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; kuis; net; netjes; nogal; ontwikkeld; ordentelijk; redelijk; rein; schoon; tamelijk; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; zedig
ehrlich billijk; geschikt; redelijk; schappelijk contemplatief; echt; eerlijk; effectief; fair; fideel; gewoonweg; heus; klinkklaar; menens; metterdaad; ongeveinsd; open; openhartig; openlijk; oprecht; puur; rechtdoorzee; rechtschapen; regelrecht; reëel; rondborstig; ronduit; trouwhartig; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
fair billijk; geschikt; redelijk; schappelijk cru; eerlijk; fair; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe rechtaan; ronduit; sportief
korrekt billijk; geschikt; redelijk; schappelijk aangekleed; accuraat; beschaafd; correct; coöperatief; decent; eerbaar; eerlijk; exact; fair; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; gedetailleerd; gekleed; goed; juist; keurig; krek; manierlijk; medewerkend; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; netjes; onberispelijk; onbesproken; ontwikkeld; op een aardige manier; precies; punctueel; ragfijn; secuur; stipt; strikt; vriendelijk; welvoeglijk; welwillend; zorgvuldig
redlich billijk; geschikt; redelijk; schappelijk eerlijk; fair

Verwante woorden van "schappelijk":


Wiktionary: schappelijk


Cross Translation:
FromToVia
schappelijk annahmebereit; empfangsbereit; gern Aufnahme gewärend; empfänglich; mäßig; zugänglich abordable — rare|fr Qu’on peut aborder.