Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. schaap:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schaap (Nederlands) in het Duits

schaap:

schaap [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schaap (onnozole hals; kuiken; onnozelaar; )
    Schaf; die Kuh; der Trottel; die dumme Nuß; der Schwachkopf; der Esel; der Blöde; der Einfaltspinsel; der Schafskopf
    • Schaf [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kuh [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Trottel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • dumme Nuß [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schwachkopf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Esel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Blöde [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Einfaltspinsel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schafskopf [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schaap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Blöde kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil
Einfaltspinsel kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil achterlijke; dommerik; druiloor; dwaas; idioot; kalfskop; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul
Esel kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil achterlijke; dommerik; dwaas; ezel; idioot; minkukel; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel; stommeling; sufferd; sukkel; uilenbal; uilskuiken
Kuh kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil koe; koebeest; rund
Schaf kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil achterlijke; dommerik; dwaas; idioot; minkukel; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; schapen; simpele ziel; stommeling; sufferd; sukkel; uilenbal; uilskuiken
Schafskopf kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil achterlijke; domkop; dommerik; domoor; druiloor; dwaas; idioot; kalfskop; minkukel; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken
Schwachkopf kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil achterlijke; dommerik; druiloor; dwaas; idioot; kalfskop; minkukel; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken
Trottel kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil achterlijke; dommerik; druiloor; dwaas; idioot; kalfskop; minkukel; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; sofvent; stakker; stommeling; stommerd; stommerik; stumper; sufferd; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken; zielenpiet
dumme Nuß kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil

Verwante woorden van "schaap":


Wiktionary: schaap

schaap
  1. ein Paarhufer, der als Lieferant für Wolle, Fleisch und Milch dient

Cross Translation:
FromToVia
schaap Schaf sheep — animal
schaap Schaf mouton — Mammifère herbivore

Verwante vertalingen van schaap