Nederlands

Uitgebreide vertaling voor safe (Nederlands) in het Duits

safe:

safe [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de safe (bewaarkluis; kluis)
    Schließfach; der Tresor

Vertaal Matrix voor safe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schließfach bewaarkluis; kluis; safe loket voor bewaarkluizen; safeloket; safeloketten
Tresor bewaarkluis; kluis; safe brandkast; kluis; kluisje; loket voor bewaarkluizen; safeloket; safeloketten

Verwante woorden van "safe":


Wiktionary: safe


Cross Translation:
FromToVia
safe Tresor safe — box in which valuables can be locked for safekeeping
safe gefahrlos; geheuer; harmlos; ungefährlich; sicher; gesichert; vertrauenswert; zuverlässig; bestimmt; gewiß; zuversichtlich; unzweifelhaft sûrdont on ne douter pas ; certain ; indubitable ; vrai.