Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ros (Nederlands) in het Duits

ros:

ros [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het ros
    Roß
    • Roß [das ~] zelfstandig naamwoord

ros bijvoeglijk naamwoord

  1. ros
    rötlich

Vertaal Matrix voor ros:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Roß ros
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rötlich ros roodachtig; rossig

Verwante woorden van "ros":

  • rossen

Wiktionary: ros

ros
adjective
  1. von Haaren: eine rötliche (eine Punkt [2] ähnliche, eher orange) Farbe habend

Cross Translation:
FromToVia
ros Pferdestute; Pferdehengst; Hengst; Gaul; Roß; Ross; Pferd; Stute; Hengstfohlen; Hengstfüllen; Stutfohlen; Stutenfohlen; Stutenfüllen; Stutfüllen; Rössel; Rössle; Rössl horse — members of the species Equus ferus
ros rot; rothaarig red — of hair: orange-brown
ros Pferd cheval — Grand mammifère