Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- ronselen:
-
Wiktionary:
- ronselen → schanghaien
- ronselen → abkommandieren
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ronselen (Nederlands) in het Duits
ronselen:
-
ronselen
-
ronselen (rekruteren; aantrekken)
Conjugations for ronselen:
o.t.t.
- ronsel
- ronselt
- ronselt
- ronselen
- ronselen
- ronselen
o.v.t.
- ronselde
- ronselde
- ronselde
- ronselden
- ronselden
- ronselden
v.t.t.
- heb geronseld
- hebt geronseld
- heeft geronseld
- hebben geronseld
- hebben geronseld
- hebben geronseld
v.v.t.
- had geronseld
- had geronseld
- had geronseld
- hadden geronseld
- hadden geronseld
- hadden geronseld
o.t.t.t.
- zal ronselen
- zult ronselen
- zal ronselen
- zullen ronselen
- zullen ronselen
- zullen ronselen
o.v.t.t.
- zou ronselen
- zou ronselen
- zou ronselen
- zouden ronselen
- zouden ronselen
- zouden ronselen
en verder
- ben geronseld
- bent geronseld
- is geronseld
- zijn geronseld
- zijn geronseld
- zijn geronseld
diversen
- ronsel!
- ronselt!
- geronseld
- ronselend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor ronselen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
keilen | ronselen | |
rekrutieren | aantrekken; rekruteren; ronselen | rekruteren |
schanghaien | ronselen |
Wiktionary: ronselen
ronselen
Cross Translation:
verb
-
transitiv; Seemannssprache: jemanden durch List und Täuschung – zumeist indem dieser mit Alkohol berauscht wird – zum Matrosendienst auf einem Schiff anwerben und diesen (mit Gewalt) einschiffen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ronselen | → abkommandieren | ↔ draft — to conscript a person |