Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal rondheid

Vertaal rondheid van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

rondheid:
- Geradheit; Offenheit; Aufrichtigkeit; Ehrlichkeit
rond:
- kugelrund
Wiktionary:
- rond → rund
- rond → etwa
- rond → herum
- rond → über, um, rund, mollig

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rondheid (Nederlands) in het Duits

rondheid:

rondheid [znw.] zelfstandig naamwoord

rondheid (rondborstigheid; oprechtheid; openheid; openhartigheid)
die Geradheit; die Offenheit; die Aufrichtigkeit; die Ehrlichkeit
- Geradheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Offenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Aufrichtigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ehrlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rondheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Aufrichtigkeit	openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid	eerlijkheid; getrouwheid; integriteit; loyaliteit; onkreukbaarheid; oprechtheid; rechtschapenheid; trouw; trouwhartigheid; waarheidszin
Ehrlichkeit	openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid	eerlijkheid; etiquette; keurigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; oprechtheid; ordelijkheid; properheid; rechtschapenheid; smetteloosheid; waarheidszin
Geradheit	openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid	waarheidszin
Offenheit	openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid	ontvankelijkheid; openheid; waarheidszin

Verwante woorden van "rondheid":

rond

rond:

rond bijvoeglijk naamwoord

rond (kogelrond; sferisch; bol)
kugelrund
- kugelrund bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor rond:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	omstreeks
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kugelrund	bol; kogelrond; rond; sferisch	tonrond

Verwante woorden van "rond":

rondheid, ronder, rondere, rondst, rondste, ronde

Synoniemen voor "rond":

omstreeks

Antoniemen van "rond":

exact; nauw; nauwkeurig; net; precies; stipt

Verwante definities voor "rond":

in de buurt van¹
- het gebeurde rond acht uur¹
eerlijk en oprecht¹
- ik kom er rond voor uit¹
er omheen¹
- de huizen staan rond het plein¹
met de vorm van een cirkel of bol¹
- de bal is rond¹
voltooid, klaar¹
- de zaak is rond¹
zonder cijfers achter de komma¹
- acht is een rond getal¹

Wiktionary: rond

rond

adjective

cirkelvormig
- rond → rund

preposition

om
- rond → etwa

adverb

om
- rond → herum

rond

adjective

kreisförmig (eben)
- rund → rond
kugelförmig (räumlich), ohne Ecken
- rund → rond; bolvormig; kogelvormig
höflich: mit zu viel Körperfülle gesegnet
- rund → rond
störungsfrei, ohne anecken, ohne Fehler laufend
- rund → rond

Cross Translation:

From	To	Via
• rond	→ über	↔ about — over or upon different parts of
• rond	→ um	↔ around — defining a circle or closed curve containing
• rond	→ rund	↔ round — circular or cylindrical
• rond	→ rund	↔ round — spherical
• rond	→ mollig; rund	↔ round — plump
• rond	→ rund	↔ round — of a number that has been rounded off

¹Muiswerk Woordenboek