Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rommelig (Nederlands) in het Duits

rommelig:

rommelig bijvoeglijk naamwoord

  1. rommelig (chaotisch)
    chaotisch; ungeordnet; unordentlich; durcheinander; ungeregelt
  2. rommelig (ongeregeld; slordig; onordelijk; wanordelijk; ordeloos)
    chaotisch; ungeordnet; nachlässig; unordentlich; schlampig; unregelmäßig; durcheinander; zerzaust; ungeregelt

Vertaal Matrix voor rommelig:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nachlässig slordig maken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chaotisch chaotisch; ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk asociaal; bandeloos; ongeordend; ongeorganiseerd; ongesystematiseerd; onmaatschappelijk; onordelijk; ordeloos; verwilderd; wanordelijk
durcheinander chaotisch; ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk asociaal; diffuus; door elkaar; door elkaar heen; dooreen; doorelkaar; geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onmaatschappelijk; overhoop; vaag waarneembaar; verward; warrig
nachlässig ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk dellerig; gerust; haveloos; lijzig; log; loom; luchthartig; morsig; nalatig; onachtzaam; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; ranzig; sletterig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig; zorgeloos
schlampig ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk dellerig; door elkaar; dooreen; flodderig; haveloos; morsig; nalatig; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; onopgeruimd; ranzig; sletterig; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; zonder grond
ungeordnet chaotisch; ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk asociaal; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onmaatschappelijk; onordelijk; ordeloos; wanordelijk
ungeregelt chaotisch; ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk asociaal; ongeregeld; onmaatschappelijk
unordentlich chaotisch; ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk asociaal; bandeloos; door elkaar; dooreen; flodderig; haveloos; morsig; ongeordend; ongeorganiseerd; ongesystematiseerd; onmaatschappelijk; onopgeruimd; onordelijk; ordeloos; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; verwilderd; viezig; voddig; vunzig; wanordelijk
unregelmäßig ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk
zerzaust ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk bandeloos; door elkaar; dooreen; onverzorgd; verwaarloosd; verwilderd

Verwante woorden van "rommelig":

  • rommeligheid, rommeliger, rommeligere, rommeligst, rommeligste, rommelige

Antoniemen van "rommelig":


Verwante definities voor "rommelig":

  1. alles ligt door elkaar1
    • het is altijd rommelig in zijn kamer1

Verwante vertalingen van rommelig