Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. roerigheid:
  2. roerig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor roerigheid (Nederlands) in het Duits

roerigheid:

roerigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de roerigheid (beroering; onrust)
    die Unruhe; die Aufregung
    • Unruhe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Aufregung [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de roerigheid (activiteit; bedrijvigheid)
    die Aktivität; die Tätigkeit; die Betriebsamkeit; Treiben

Vertaal Matrix voor roerigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aktivität activiteit; bedrijvigheid; roerigheid Windows Workflow Foundation-activiteit; actie; activiteit; arbeid; bedrijvigheid; bezigheid; werkstroomactiviteit; werkzaamheid; zakelijke activiteit
Aufregung beroering; onrust; roerigheid deining; onrustigheid; ophef; opschudding; opstootje; opzien; ordeverstoring; rel; rep; sensatie; verwarring
Betriebsamkeit activiteit; bedrijvigheid; roerigheid agitatie; beroering; drukte; geraas; gewoel; heibel; heksenketel; kouwe drukte; lawaai; leven; ongedurigheid; onrust; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult
Treiben activiteit; bedrijvigheid; roerigheid beroering; deining; drijven; drukte; geraas; grote menigte; heibel; heksenketel; klopjacht; kouwe drukte; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; razzia; rommelig gedoe; rumoer; schommeling; toeloop; tumult; veel mensen; wiegeling; zeegang
Tätigkeit activiteit; bedrijvigheid; roerigheid activiteit; ambacht; arbeid; arbeidskracht; arbeidsvermogen; bedrijvigheid; bezigheid; effect; functioneren; hobby; inspanning; job; karwei; karweitje; klusje; krachttoer; taak; uitwerking; vak; werk; werken; werkkracht; werkvermogen; werkzaamheid
Unruhe beroering; onrust; roerigheid agitatie; beroering; gejaagdheid; gewoel; ongedurigheid; onrust; onrustigheid

Verwante woorden van "roerigheid":


roerigheid vorm van roerig:

roerig bijvoeglijk naamwoord

  1. roerig (turbulent; onrustig; bewogen; veelbewogen; woelig)
    turbulent; unruhig; bewegt; ungestüm; ruhelos
  2. roerig (onrustig; woelig)
    unruhig

Vertaal Matrix voor roerig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewegt bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; bewogen; emotioneel; gepassioneerd; geraakt; geroerd; getroffen; gevoelig; gevoelvol; geëmotioneerd; heftig; kapot van; onbeheerst; onstuimig
ruhelos bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig ongedurig; rusteloos
turbulent bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig
ungestüm bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig agressief; boos; fel; furieus; gepassioneerd; gewelddadig; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hevig; kwaad; nijdig; onbeheerst; onstuimig; razend; spinnijdig; stormachtig; temperamentvol; toornig; vertoornd; verwoed; vurig; warmbloedig; woest; ziedend
unruhig bewogen; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig ongedurig; rusteloos

Verwante woorden van "roerig":

  • roerigheid, roeriger, roerigere, roerigst, roerigste, roerige

Wiktionary: roerig


Cross Translation:
FromToVia
roerig veränderlich; beweglich; mobil mobile — Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général).

Computer vertaling door derden: