Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. risico:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor risico (Nederlands) in het Duits

risico:

risico [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de risico (waagstuk; gewaagde onderneming; risicovolle onderneming; gok; kans)
    Risiko
    • Risiko [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor risico:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Risiko gewaagde onderneming; gok; kans; risico; risicovolle onderneming; waagstuk

Verwante woorden van "risico":

  • risicootje

Verwante definities voor "risico":

  1. kans dat er iets vervelends gebeurt1
    • op straat loop je het risico aangereden te worden1

Wiktionary: risico


Cross Translation:
FromToVia
risico Risiko; Wagnis; Unsicherheit; Ungewißheit aléa — désuet|fr chance bonne ou mauvaise.
risico Risiko; Wagnis risquepossibilité d’un événement négatif, péril possible, hasard dangereux.