Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal riem

Vertaal riem van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

riem:
- Ruder; Riemen; Gürtel; Leine; Gurt
Wiktionary:
- riem → Gürtel, Ruder
- riem → Gurt, Gürtel, Riemen, Ruder, Rudern, Rudersport, Band

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor riem (Nederlands) in het Duits

riem:

riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de riem (roeiriem)
Ruder; der Riemen
- Ruder [das ~] zelfstandig naamwoord
- Riemen [der ~] zelfstandig naamwoord
de riem (ceintuur; gordel)
der Gürtel
- Gürtel [der ~] zelfstandig naamwoord
de riem (teugel; lijn; lei)
die Leine; der Gürtel; der Riemen; der Gurt
- Leine [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gürtel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Riemen [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gurt [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor riem:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gurt	gordel; lei; lijn; riem; teugel	autogordel; gordelriem; veiligheidsgordel; veiligheidsriem
Gürtel	ceintuur; gordel; lei; lijn; riem; teugel	broekriem; gordelriem
Leine	gordel; lei; lijn; riem; teugel	gelid; gezichtsrimpel; halsband; koord; leiband; rij; rimpel; touw; touwtje
Riemen	gordel; lei; lijn; riem; roeiriem; teugel	broekriem; gordelriem; plaatje; roeispaan; singeltje; spaan
Ruder	riem; roeiriem	roeispaan; spaan

Verwante woorden van "riem":

riemen, riempje, riempjes

Wiktionary: riem

riem

noun

een band van leer of een ander materiaal
- riem → Gürtel
een steel met een blad dat gebruikt wordt een vaaruig voort te bewegen
- riem → Ruder

Cross Translation:

From	To	Via
• riem	→ Gurt	↔ belt — band used for safety purposes
• riem	→ Gürtel	↔ belt — band worn around the waist
• riem	→ Riemen	↔ belt — band used in a machine to help transfer motion or power
• riem	→ Ruder	↔ oar — implement used to row a boat
• riem	→ Ruder; Rudern; Rudersport	↔ aviron — rame
• riem	→ Gürtel	↔ ceinture — Ruban dont on se ceint le milieu du corps
• riem	→ Riemen	↔ courroie — pièce de cuir ou d’étoffe, coupée en long, étroite, qui sert à lier, à attacher quelque chose.
• riem	→ Band	↔ frein — Ligament qui bride ou retient quelque partie ou quelque organe du corps
• riem	→ Riemen	↔ lanière — Sorte de courroie longue et étroite.