Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. reuzel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor reuzel (Nederlands) in het Duits

reuzel:

reuzel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de reuzel (vet; olie; smeer)
    Öl; Fett; die Schmiere; Schmalz
    • Öl [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Fett [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Schmiere [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schmalz [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. de reuzel
    der Schmalz
    • Schmalz [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor reuzel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fett olie; reuzel; smeer; vet boter; brillantine; haarolie; olie; zonnebrandolie
Schmalz olie; reuzel; smeer; vet overdreven sentimentaliteit
Schmiere olie; reuzel; smeer; vet olie; smeerolie; zonnebrandolie
Öl olie; reuzel; smeer; vet aardolie; motorolie; olie; zonnebrandolie

Wiktionary: reuzel

reuzel
noun
  1. varkensvet door uitsmelting van vetweefsel bekomen

Cross Translation:
FromToVia
reuzel Schmalz lard — fat from the abdomen of a pig
reuzel Schmalz saindoux — Graisse de porc fondue