Nederlands
Uitgebreide vertaling voor rekruteren (Nederlands) in het Duits
rekruteren:
-
rekruteren (rekrutering)
-
rekruteren (werven; aanwerven)
-
rekruteren (aantrekken; ronselen)
-
rekruteren
Conjugations for rekruteren:
o.t.t.
- rekruteer
- rekruteert
- rekruteert
- rekruteren
- rekruteren
- rekruteren
o.v.t.
- rekruteerde
- rekruteerde
- rekruteerde
- rekruteerden
- rekruteerden
- rekruteerden
v.t.t.
- heb gerekruteerd
- hebt gerekruteerd
- heeft gerekruteerd
- hebben gerekruteerd
- hebben gerekruteerd
- hebben gerekruteerd
v.v.t.
- had gerekruteerd
- had gerekruteerd
- had gerekruteerd
- hadden gerekruteerd
- hadden gerekruteerd
- hadden gerekruteerd
o.t.t.t.
- zal rekruteren
- zult rekruteren
- zal rekruteren
- zullen rekruteren
- zullen rekruteren
- zullen rekruteren
o.v.t.t.
- zou rekruteren
- zou rekruteren
- zou rekruteren
- zouden rekruteren
- zouden rekruteren
- zouden rekruteren
en verder
- ben gerekruteerd
- bent gerekruteerd
- is gerekruteerd
- zijn gerekruteerd
- zijn gerekruteerd
- zijn gerekruteerd
diversen
- rekruteer!
- rekruteert!
- gerekruteerd
- rekruterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor rekruteren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Einberufung | rekruteren; rekrutering | bijeenroeping; rekrutering; werving |
Einziehung | rekruteren; rekrutering | rekrutering; verbeurdverklaring; werving |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anwerben | aanwerven; rekruteren; werven | |
einberufen | rekruteren | bijeenroepen; convoceren; dagen; laten komen; ontbieden; oproepen; samenroepen; sommeren; tevoorschijn roepen; voor het gerecht dagen; voor het gerecht ontbieden; voor het gerecht roepen |
rekrutieren | aantrekken; rekruteren; ronselen | |
werben | aanwerven; rekruteren; werven | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
einberufen | ingeroepen |