Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. reisgenoot:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor reisgenoot (Nederlands) in het Duits

reisgenoot:

reisgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de reisgenoot (reismakker)
    der Reisegefährte; der Gefährte

Vertaal Matrix voor reisgenoot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gefährte reisgenoot; reismakker curator; genoot; gezel; kerel; maat; man; manspersoon; metgezel; partner; vent; voogd
Reisegefährte reisgenoot; reismakker