Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- regelen:
-
Wiktionary:
- regelen → ordnen, aufstellen, systematisieren, arrangieren, umgehen, behandeln, reglen, regeln, anbequemen, anpassen, angleichen, einrichten, anordnen, veranstalten, in Ordnung bringen, zurechtmachen, herrichten, organisieren, vorbereiten, machen, bearbeiten, ausrichten, abwickeln, erledigen, übereinkommen, stimmen, einstellen, disponieren, verfügen, walten, zu seiner Verfügung haben, bestimmen, planen, berichtigen, führen, leiten, lenken
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor regelden (Nederlands) in het Duits
regelden vorm van regelen:
-
regelen (iets op touw zetten; arrangeren)
regeln; organisieren; einrichten; veranstalten; anordnen; bauen; ausrichten; aufstellen; herrichten; aufbauen; erbauen; deichseln; errichten-
organisieren werkwoord (organisiere, organisierst, organisiert, organisierte, organisiertet, organisiert)
-
einrichten werkwoord (richte ein, richtest ein, richtet ein, richtete ein, richtetet ein, eingerichtet)
-
veranstalten werkwoord (veranstalte, veranstaltest, veranstaltet, veranstaltete, veranstaltetet, veranstaltet)
-
ausrichten werkwoord (richte aus, richtest aus, richtet aus, richtete aus, richtetet aus, ausgerichtet)
-
regelen (schikken)
-
regelen (arrangeren; afspreken; bedisselen)
regeln; organisieren; regulieren; steuern; ordnen-
organisieren werkwoord (organisiere, organisierst, organisiert, organisierte, organisiertet, organisiert)
-
regelen (afstemmen; bijstellen; afstellen)
-
regelen (in orde maken; klaren; afdoen)
Conjugations for regelen:
o.t.t.
- regel
- regelt
- regelt
- regelen
- regelen
- regelen
o.v.t.
- regelde
- regelde
- regelde
- regelden
- regelden
- regelden
v.t.t.
- heb geregeld
- hebt geregeld
- heeft geregeld
- hebben geregeld
- hebben geregeld
- hebben geregeld
v.v.t.
- had geregeld
- had geregeld
- had geregeld
- hadden geregeld
- hadden geregeld
- hadden geregeld
o.t.t.t.
- zal regelen
- zult regelen
- zal regelen
- zullen regelen
- zullen regelen
- zullen regelen
o.v.t.t.
- zou regelen
- zou regelen
- zou regelen
- zouden regelen
- zouden regelen
- zouden regelen
en verder
- is geregeld
diversen
- regel!
- regelt!
- geregeld
- regelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het regelen (organiseren)
-
het regelen (inregelen; afstemmen; instellen; afstellen)
Vertaal Matrix voor regelen:
Verwante woorden van "regelen":
Verwante definities voor "regelen":
Wiktionary: regelen
Cross Translation: