Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal reeds

Vertaal reeds van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

reeds:
- bereits; allerdings; dennoch
Wiktionary:
- reeds → bereits, schon
- reeds → schon, bereits, nunmehr

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor reeds (Nederlands) in het Duits

reeds:

reeds bijwoord

reeds (alreeds)
bereits
- bereits bijvoeglijk naamwoord
reeds (alreeds; al)
allerdings; dennoch
- allerdings bijvoeglijk naamwoord
- dennoch bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor reeds:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	al
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
allerdings	al; alreeds; reeds	daadwerkelijk; desalniettemin; desondanks; doch; echt; echter; evengoed; evenwel; heus; inderdaad; jawel; jazeker; maar; metterdaad; niettegenstaande; niettemin; nochtans; toch; voorwaar; weliswaar; werkelijk
bereits	alreeds; reeds
dennoch	al; alreeds; reeds	alsmede; alsook; desalniettemin; desondanks; evenals; eveneens; evengoed; evenwel; evenzeer; in weerwil van; mede; niettegenstaande; niettemin; nochtans; ook; tevens; toch; weerwil

Synoniemen voor "reeds":

al

Antoniemen van "reeds":

amper; laatst; nauwelijks; net; onlangs; pas; zojuist; zoëven

Verwante definities voor "reeds":

eerder dan je gedacht had¹
- de eerste gasten waren reeds aangekomen¹

Wiktionary: reeds

reeds

adverb

al
- reeds → bereits; schon

reeds

adverb

auf ein Ereignis bezogen: einen relativ frühen Zeitpunkt betreffend, früher als erwartet
- bereits → reeds
zu einem früheren Zeitpunkt als erwartet
- schon → al; reeds

Cross Translation:

From	To	Via
• reeds	→ schon; bereits	↔ already — prior to some time
• reeds	→ nunmehr; bereits	↔ d’ores et déjà — désormais, dorénavant, dès à présent, déjà.

¹Muiswerk Woordenboek