Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. rectoren:
  2. rector:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rectoren (Nederlands) in het Duits

rectoren:

rectoren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de rectoren
    die Direktoren

Vertaal Matrix voor rectoren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Direktoren rectoren directeuren; directeurs; rectors; schoolhoofden

Verwante woorden van "rectoren":


rectoren vorm van rector:

rector [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rector (schoolhoofd; schooldirecteur; hoofd; hoofdonderwijzer)
    der Schuldirektor; der Rektor; der Schulleiter; der Leiter; der Schulvorsteher

Vertaal Matrix voor rector:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Leiter hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd aanvoerder; elektriciteitsgeleider; geleider; hoofd; hoofdman; hoofdmannen; klimladder; ladder; leer; leider; leiders; leidsman; leidsmannen; opperhoofden; voorman
Rektor hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd rectores
Schuldirektor hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd
Schulleiter hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd rectors; schoolhoofden
Schulvorsteher hoofd; hoofdonderwijzer; rector; schooldirecteur; schoolhoofd rectors; schoolhoofden

Verwante woorden van "rector":


Wiktionary: rector


Cross Translation:
FromToVia
rector Schulvorsteher; Schuldirektor principal — The principal administrator of a school