Nederlands
Uitgebreide vertaling voor reclame maken (Nederlands) in het Duits
reclame maken:
reclame maken werkwoord (maak reclame, maakt reclame, maakte reclame, maakten reclame, reclame gemaakt)
-
reclame maken (propaganda maken)
Conjugations for reclame maken:
o.t.t.
- maak reclame
- maakt reclame
- maakt reclame
- maken reclame
- maken reclame
- maken reclame
o.v.t.
- maakte reclame
- maakte reclame
- maakte reclame
- maakten reclame
- maakten reclame
- maakten reclame
v.t.t.
- heb reclame gemaakt
- hebt reclame gemaakt
- heeft reclame gemaakt
- hebben reclame gemaakt
- hebben reclame gemaakt
- hebben reclame gemaakt
v.v.t.
- had reclame gemaakt
- had reclame gemaakt
- had reclame gemaakt
- hadden reclame gemaakt
- hadden reclame gemaakt
- hadden reclame gemaakt
o.t.t.t.
- zal reclame maken
- zult reclame maken
- zal reclame maken
- zullen reclame maken
- zullen reclame maken
- zullen reclame maken
o.v.t.t.
- zou reclame maken
- zou reclame maken
- zou reclame maken
- zouden reclame maken
- zouden reclame maken
- zouden reclame maken
diversen
- maak reclame!
- maakt reclame!
- reclame gemaakt
- reclame makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze