Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- rebelleren:
-
Wiktionary:
- rebelleren → rebellieren, revoltieren
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor rebelleren (Nederlands) in het Duits
rebelleren:
-
rebelleren (in opstand komen)
erheben; rebellieren; sich auf lehnen; empören; auflehnen; aufmucken; aufmucksen-
sich auf lehnen werkwoord
Conjugations for rebelleren:
o.t.t.
- rebelleer
- rebelleert
- rebelleert
- rebelleren
- rebelleren
- rebelleren
o.v.t.
- rebelleerde
- rebelleerde
- rebelleerde
- rebelleerden
- rebelleerden
- rebelleerden
v.t.t.
- heb gerebelleerd
- hebt gerebelleerd
- heeft gerebelleerd
- hebben gerebelleerd
- hebben gerebelleerd
- hebben gerebelleerd
v.v.t.
- had gerebelleerd
- had gerebelleerd
- had gerebelleerd
- hadden gerebelleerd
- hadden gerebelleerd
- hadden gerebelleerd
o.t.t.t.
- zal rebelleren
- zult rebelleren
- zal rebelleren
- zullen rebelleren
- zullen rebelleren
- zullen rebelleren
o.v.t.t.
- zou rebelleren
- zou rebelleren
- zou rebelleren
- zouden rebelleren
- zouden rebelleren
- zouden rebelleren
diversen
- rebelleer!
- rebelleert!
- gerebelleerd
- rebellerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor rebelleren:
Wiktionary: rebelleren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rebelleren | → rebellieren | ↔ rebel — to resist or become defiant towards |
• rebelleren | → revoltieren | ↔ revolt — to rebel |